Al een paar weken is moeder veel weg en krijgen we amper nog te drinken. Wel gaan
we
vaak met zijn zevenen lekker stoeien en zelfs buiten spelen met een bal. We
krijgen nu
in plaats van melk van moeder kleine gele brokjes in een bak. Wie het eerst
komt die
het eerst maalt. Er komt veel bezoek. Mensen, dat zijn van die grote op twee
poten rechtopende
wezens met drie koppen. Ja, want wij doen alles met één kop. Maar zij hebben
nog twee. Handen noemen ze
die zelf. Ach best wel leuk al die aandacht. Ook zijn er hier meer honden en
ook andere dieren.
Eerst wel spannend, maar ze doen niks. Nee, ze negeren ons gewoon.
Ik ben nu acht weken oud en daar is die man met die baard weer.
Ik mag nog
even afscheid nemen van mijn moeder,
maar die wil al een poosje niks meer van mij en mijn zusjes en broertjes weten. Ze is heel veel weg.
De man neemt me mee in een doos in een auto. Ja, dat had je gedacht, daar klim
ik natuurlijk zo uit zodat de
man moet stoppen en me maar naast zich op de stoel zet. Nu heel netjes rustig blijven, want anders moet
ik
vast weer in de enge doos.
Dan komen we aan in wat mijn nieuwe huis zal worden.
Ik krijg een bandje om mijn nek die ze soms vastmaken aan een lange lijn. Ik wil natuurlijk
lekker alles onderzoeken en er is ook zoveel te zien. Wat vooral heerlijk is, zijn verse graspollen en takjes.
Trouwens alles wat ik vind eet ik op. Het is een hele ontdekkingsreis.
Gelukkig mag ik nog een weekje of twee
bij mijn nieuwe baasje op bed slapen, maar dan moet ik plots in een ijzeren
kooi. Een bench noemen ze dat.
Nou mooi niet hoor. Veel te eng. Totdat neefje Zeb langskomt en die gaat er wel heel tevreden in.
"Kijk", lijkt hij te zeggen: "helemaal niet eng en het deurtje blijft toch open".
O, denk ik, maar het was toch mijn plekje, he baasje? Dus dat kan ik ook.
Ach, toch wel een heel lekker plekje, zolang het deurtje open blijft kan ik er
lekker
tot rust komen en een dutje doen.
En ik weet het wel, soms gaat hij misschien even dicht,
maar dat heb ik nooit
echt gemerkt.
Ik slaap dus nu niet meer op bed maar gewoon in de bench aan het
voeteneind
van het bed.
Ook ben ik al heel snel bijna volledig zindelijk.
Op een paar kleine
ongelukjes na dan. Eigenlijk geen
kunst, want het is erg warm. De deur staat altijd open en een plasje en
poepje op dat mooie gras
is veel fijner, dan je eigen nest bevuilen.
De baas neemt me ook veel mee in de auto, maar dat gaat
niet altijd goed. Ben ik wagenziek?
Ook een klein ritje in die grote witte camper gaat niet goed.
En dan wil hij ook
nog met me wandelen aan een lijn. Nou mooi niet!
Dat doet hij maar met het vrouwtje. Ik zet geen pas meer.
Ok, voor een
koekje doe ik weer vijf stapjes maar meer niet.
Dan neemt hij me mee naar mooie spannende plekjes en worden
de
wandelingetjes best wel interessant. En heel langzaam
geef ik me toch maar gewonnen aan die lijn.
Alleen maar om het baasje een
plezier te doen hoor. Ik wil het liefst los rennen.
En als dat dan af en toe ook mag ben ik over de streep en ga kwispelend mee
wandelen.
Baasje blij en ik blij.
Nog even tot slot: wat was het soms warm. Heet zeg maar, pffff.
tot volgende week
Jim